etnisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- et·nisch
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘volkenkundig’ voor het eerst aangetroffen in 1880 [1]
- Ontleend aan Middelfrans ethnique
- afgeleid van het Griekse 'éthnos' (volk) met het achtervoegsel -isch [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | etnisch | etnischer | |
verbogen | etnische | etnischere | |
partitief | etnisch | etnischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
etnisch
- betrekking hebbend op een volk of volkeren
- Door de etnische spanningen is er een oorlog ontstaan.
- betrekking hebbend op de eigenschappen of eigenaardigheden van een volk
- Het betreffende wetsartikel (137c) dateert uit 1971 waarbij de wetgever destijds toelichtte dat het woordje ‘ras’ hetzelfde betekende als ‘ras’ in artikel 1 van het Verdrag van 1966 dat álle vormen van rassendiscriminatie moest uitbannen. Dat verdrag verstaat sinds jaar en dag onder rassendiscriminatie elke vorm van uitsluiting - dus niet alleen kleur of ras, maar ook afkomst of afstamming, zowel nationaal als etnisch. [3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord etnisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "etnisch" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "etnisch" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etnisch op website: Etymologiebank.nl
- ↑ NRC Folkert Jensma 16 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be