• in·ter·et·nisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen interetnisch interetnischer
verbogen interetnische interetnischere
partitief interetnisch interetnischers -

interetnisch

  1. met meerdere etnische groepen
     Meer dan de helft van de ouders stelt zich dus in principe accepterend, omarmend, kleurenblind en anti-discriminerend op tegenover de partnerkeus van hun kinderen. Hiermee demonstreren ze een politiek-correcte zuiverheid die, als iedereen er maar zo over zou denken, uiteindelijk culturele verbroedering en de wereldvrede dichterbij kan brengen. Tenslotte geldt het interetnische, interculturele huwelijk als het toppunt van integratie.[1]
  2. tussen meerdere etnische groepen
     In het noordoosten van India zijn vijf moslims vermoord door leden van de stam Bodo in het kader van interetnisch geweld. Dat meldt de politie. Sinds begin augustus vielen er al tientallen doden.[2]
51 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron “Allochtoon vriendje” (02/09/2011), HP de Tijd
  2.   Weblink bron
    Elke De Pourcq
    “Vijf moslims gedood bij interetnisch geweld in India” (26 augustus 2012), Het Parool
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be