erts, slakken en steenkool
  • erts
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘metaal bevattende delfstof’ voor het eerst aangetroffen in 1556 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord erts ertsen
verkleinwoord - -

het ertso [3]

  1. (geologie) steen die een (economisch rendabel) winbaar metaal bevat
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]