• epi·pa·leo·li·thi·cum
enkelvoud meervoud
naamwoord epipaleolithicum -
verkleinwoord - -

het epipaleolithicumo

  1. (archeologie) periode in de steentijd, waarin de overgang naar landbouw en veeteelt plaatsvindt
    • Deze hangers worden gewoonlijk in het epipaleolithicum of mesolithicum geplaatst. [2]
  • Er zijn ook archeologen die geen afzonderlijke periode tussen paleolithicum en neolithicum onderscheiden of met 'epipaleolithicum' vooral de continuïteit met het eerstgenoemde tijdperk benadrukken; anderen geven vooral binnen Europa de voorkeur aan de naam 'mesolithicum'