• pre·neo·li·thi·cum
enkelvoud meervoud
naamwoord preneolithicum -
verkleinwoord - -

het preneolithicumo

  1. (archeologie) aanduiding voor de tijd voor de overgang naar landbouw en het gebruik van gepolijste stenen, waar vanaf 11.000 v.Chr. voorbeelden van zijn
    • De Sentinelezen leven nog in het preneolithicum. 
  • Vóór 2006 was de spelling Preneolithicum. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.