e-peritieven/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van e-peritieven | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | e-peritieven | te e-peritieven | ||||||
toekomend | zullen e-peritieven | te zullen e-peritieven | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben ge-e-peritiefd | te hebben ge-e-peritiefd | ||||||
toekomend | ge-e-peritiefd zullen hebben | ge-e-peritiefd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
e-peritievend | ge-e-peritiefd | ev. e-peritief |
mv. verouderd e-peritieft |
e-peritieve | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | e-peritief | e-peritieft | e-peritieft | e-peritieft | e-peritieft | e-peritieven | e-peritieven | e-peritieven | |
verleden (o.v.t.) | e-peritiefde | e-peritiefde | e-peritiefde | e-peritiefde | e-peritiefde | e-peritiefden | e-peritiefden | e-peritiefden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal e-peritieven | zult/zal e-peritieven | zult/zal e-peritieven | zult e-peritieven | zal e-peritieven | zullen e-peritieven | zullen e-peritieven | zullen e-peritieven | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou e-peritieven | zou e-peritieven | zou(dt) e-peritieven | zoudt e-peritieven | zou e-peritieven | zouden e-peritieven | zouden e-peritieven | zouden e-peritieven | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb ge-e-peritiefd | hebt ge-e-peritiefd | hebt/heeft ge-e-peritiefd | hebt ge-e-peritiefd | heeft ge-e-peritiefd | hebben ge-e-peritiefd | hebben ge-e-peritiefd | hebben ge-e-peritiefd | |
verleden (v.v.t.) | had ge-e-peritiefd | had ge-e-peritiefd | had ge-e-peritiefd | hadt ge-e-peritiefd | had ge-e-peritiefd | hadden ge-e-peritiefd | hadden ge-e-peritiefd | hadden ge-e-peritiefd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal ge-e-peritiefd hebben | zal/zult ge-e-peritiefd hebben | zult/zal ge-e-peritiefd hebben | zult ge-e-peritiefd hebben | zal ge-e-peritiefd hebben | zullen ge-e-peritiefd hebben | zullen ge-e-peritiefd hebben | zullen ge-e-peritiefd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou ge-e-peritiefd hebben | zou ge-e-peritiefd hebben | zou/zoudt ge-e-peritiefd hebben | zoudt ge-e-peritiefd hebben | zou ge-e-peritiefd hebben | zouden ge-e-peritiefd hebben | zouden ge-e-peritiefd hebben | zouden ge-e-peritiefd hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm ge-e-peritiefd worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt ge-e-peritiefd | er is ge-e-peritiefd | |||||||
verleden | er werd ge-e-peritiefd | er was ge-e-peritiefd | |||||||
toekomend | er zal ge-e-peritiefd worden | er zal ge-e-peritiefd zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou ge-e-peritiefd worden | er zou ge-e-peritiefd zijn |