• e-pe·ri·tie·ven

e-peritieven

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
e-peritieven
e-peritiefde
ge-e-peritiefd
zwak -d volledig
  1. inergatief deelnemen aan een virtuele borrel, deelnemen aan een beeldborrel
     Met een glas wijn en chips voor het scherm gezellig e-peritieven met vrienden of familie, of een online Kahoot-quiz met de collega’s? We zijn het zo beu als koude pap. Zodra de coronacrisis achter de rug is, stoppen we er onmiddellijk mee, blijkt uit een bevraging van Telenet.[1]

de e-peritievenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord e-peritief
  1.   Weblink bron
    Tom Le Bacq
    “Belg heeft buik vol van ‘corona-gezelligheid’: “We zijn óp, we willen dat niet meer”” (22 april 2021) op nieuwsblad.be