Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dwars·lig·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dwarsligger dwarsliggers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de dwarsliggerm

  1. iemand die niet bereid is tot medewerking, die zich overal tegen verzet
    • Kaleis was een enfant terrible en dwarsligger die zei waar het op stond, steeds feller naarmate miskenning hem ten deel viel. [4]
    • De overheid is niet langer hun partner, maar de vijand, een dwarsligger achter het loket, een bange controleur, de exponent van een ander soort mensen. [5]
    • Als ik jou was zou ik proberen te solliciteren bij de spoorwegen, je bent zo´n dwarsligger!  (zinspeling op betekenis [4])
  2. boekje met dunne velletjes, waarvan de regels evenwijdig met de rug zijn gedrukt, zodat je ook op plaatsen met weinig ruimte maar één hand nodig hebt om het te kunnen lezen
    • De dwarsligger is een boekje in oblong-formaat van 12 bij 8 centimeter en een gewicht van 150 gram met de scharnierende rug aan de bovenkant, waarbij de bladspiegel van één bladzijde uit een gewoon boek overdwars op twee pagina’s van een dwarsligger is afgedrukt. [6]
  3. balk die als ondersteuning of versteviging haaks aan andere balken is bevestigd
    • De vrachtwagen komt het kamp binnen en wij kunnen ons ongemerkt onderaan verbergen. Er was daar van onderen aan het voertuig een soort van dwarsligger waarop wij konden steunen en een dikke buis, waaraan ik mij vast kon houden. [7]
    • De buitenmuren waren van zware balken en dwarsliggers in eikenhout, de ruimten daartussen van plakwerk. [8]
  4. (spoorwegen) dwars liggende balk onder de spoorrails
    • Marcel kon na een uur reeds losgetrokken worden, maar de pogingen om oom Ruud los te trekken moesten ze laten varen, want de man schreeuwde van de pijn. Na twee en een half uur was hij geheel vrij. Toen bleek dat zijn schoenpunt vastgezeten had onder een dwarsligger van de rails. [9]
    • Waarachtig, de bielsenbreker! In Drontheim, in het weekjournaal heb ik hem gezien; hij was in het Oosten ‘ingezet’. Het idee is heel simpel: aan de laatste wagon hangt de ettelijke tonnen zware ‘doelmatig gevormde’ stalen haak, die de dwarsliggers van achteren grijpt, de lokomotief begint te rijden en hij breekt de ene biels na de andere in tweeën. Gaat heel eenvoudig en net zo vlug als de trein maar rijdt. [10]
  5. (voetbal) lat van het doel
    • In plaats van onder de lat schoot de Volendammer de bal loeihard op de dwarsligger. [11]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[12]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Over dwarsligger® op website: dwarsligger.nl; geraadpleegd 2018-11-15
  2. dwarsligger (12 november 2018) op website Vlaamse overheid: taaltelefoon.be; geraadpleegd 2018-11-15
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. Molin, R.
    Terzijde van de vulkaan. (2012) Aspekt, Soesterberg
    ; ISBN 978 94 6153 142 1; p. 129; geraadpleegd 2018-11-15
  5. Schoo, H.J.
    Een bitter mensbeeld. De transformatie van een ontregeld land. (2004) Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam
    ; ISBN 90 351 2791 9; p. 122; geraadpleegd 2018-11-15
  6. "dwarsligger" in:
    Bork, G.J. van e.a.
    Algemeen letterkundig lexicon (2012-…) op website: dbnl.org
    ; geraadpleegd 2018-11-15
  7. Louyet, P.
    België in de Tweede Wereldoorlog. Deel 4: Het verzet. (1984) DNB/Uitgeverij Peckmans, Kapellen
    ; ISBN 90 289 0886 2; p. 89 n. 20; geraadpleegd 2018-11-15
  8. Hugelier, J.
    "Leie en leven in mijn vlastijd" in: Biekorf. jrg. 65 nr. 6 (juni 1964) G. Barbiaux, Brugge
    ; p. 206; geraadpleegd 2018-11-15
  9. Vincent Mahieu, ps. T. Robinson/J. Boom
    Verzameld werk. (1992) Querido, Amsterdam
    ; ISBN 90 214 7452 2; p. 372; geraadpleegd 2018-11-15
  10. Schmidt, A. (vert. H.L. Mulder)
    "Leviathan of de beste van alle werelden" in: Tirade. jrg. 9 nr. 106 (oktober 1965) G.A. van Oorschot, Amsterdam
    ; p. 579; geraadpleegd 2018-11-15
  11. Groothand, B.
    "Jeugdig elftal blijft overeind in Volendam. Moed MVV beloond" in: Limburgsch Dagblad jrg. 76 nr. 244 (17 oktober 1994)
    ; p. 15 kol. 5; geraadpleegd 2018-11-15
  12.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be