ligger
- lig·ger
- Naamwoord van handeling van liggen met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ligger | liggers |
verkleinwoord | liggertje | liggertjes |
de ligger m
- (bouwkunde) een samengesteld horizontaal constructie-element om een ruimte te overspannen
- De liggers waren door de constructeur nauwkeurig berekend.
- (sport) elk van de horizontale steunen van een brug als gymnastiekwerktuig
- Het woord ligger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ligger" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ ligger op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- lig·ger
Naar frequentie | 443 |
---|
ligger
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van ligge
- ligger for (ligger øst for)
- ligger ved
- lig·ger
Naar frequentie | 404 |
---|
ligger
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van ligge
- som ligger i sør
die in het zuiden ligt
- som ligger midt i
die zich in het midden bevindt van
ligger
- ↑ Taalhervorming 2012:
Ny rettskriving for 2000-talet (in het Nynorsk)
3.4.4 Presens på [-er] av sterke verb