• lig·ge
vervoeging van
liggen

ligge

  1. aanvoegende wijs van liggen


  • lig·ge
  • Afkomstig van het Oudnoordse werkwoord  liggja ww 
Naar frequentie 1001
vervoeging
onbepaalde wijs ligge
tegenwoordige tijd ligger
verleden tijd
voltooid
deelwoord
ligget
onvoltooid
deelwoord
liggende
lijdende vorm ligges
gebiedende wijs ligg
vervoegingsklasse onregelmatig
opmerking

ligge

  1. onovergankelijk liggen
    «Lokaler ligger helt i sjøkanten i nydelige natur.»
    De lokaler liggen helemaal aan het meer in de leuke natuur.


  • lig·ge
  • Afkomstig van het Oudnoordse werkwoord  liggja ww 
vervoeging
onbepaalde wijs ligge
ligga
tegenwoordige tijd ligg
verleden tijd låg
voltooid
deelwoord
lege
onvoltooid
deelwoord
liggande
lijdende vorm liggast
gebiedende wijs ligg
vervoegingsklasse onregelmatig
opmerking

ligge

  1. onovergankelijk liggen