• IPA: /ˈdvoɪ̯slabɪt͡ʃniː/


  • dvou·sla·bič·ný
  • Afgeleid van het bijvoeglijk naamwoord slabičný met het voorvoegsel dvou-
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord dvojslabika met het achtervoegsel -ný

dvojslabičný

  1. (taalkunde) disyllabisch, tweelettergrepig