duldbaar
- duld·baar
- Naamwoord van handeling van dulden met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | duldbaar | duldbaarder | duldbaarst |
verbogen | duldbare | duldbaardere | duldbaarste |
partitief | duldbaars | duldbaarders | - |
duldbaar [1]
- wat men kan accepteren, tolereren of toestaan
- De vergunning gaat ervan uit dat de bastonen zich net zo verplaatsen, net zo worden gedempt als ander geluid. Maar ver buiten de berekende zone laten deze trillingen de kopjes in de kastjes rammelen en ramen en deuren in de sponningen resoneren. Je voelt de trillingen via je bank, je tafel of je bed. Dit wordt met het uur minder duldbaar: decibelterreur. [2]
- Opvallend is dat een hoop families lang wachtten voor ze hun lijdende verwant toevertrouwden aan de medische stand. Vaak tot ‘het echt niet meer ging’, door geweldsituaties binnenshuis (‘Patiënt is niet langer duldbaar voor huisgenoten’) of verstoring van de openbare orde buiten de deur. [3]
- Het woord 'duldbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "duldbaar" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool PETER WELP 3 SEPTEMBER 2014 Buitenfestivals zijn 'decibelterreur' voor omwonenden
- ↑ NRC Atte Jongstra 16 juli 2010 Bijna verwoest door kuren
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be