Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • droog·rek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord droogrek droogrekken
verkleinwoord droogrekje droogrekjes

Zelfstandig naamwoord

het droogreko

  1. constructie met horizontale spijlen bestemd om door verdamping het vocht uit voorwerpen te verwijderen, door ze op deze spijlen te leggen of ze ervanaf te laten hangen
     In april 2012 besloot hij in zijn huis een hennepkwekerij te beginnen. Hij richtte een professionele kweekruimte in en droogde de planten op droogrekken in de gang en slaapkamer.[1]
     Er is met huisvlijtpasta nog iets wonderlijks. Na het persen van de lap en het draaien van brede of smalle slierten, moet de pasta aan de waslijn of op een droogrek, Waarom? Om te drogen.[2]
    1. (pregnant) (huishouden) gebruikt om gewassen wasgoed op te hangen zodat het kan drogen
       Aan de keukendeur, die open staat en de woonkamer in draait, hangt een droogrek met kleren die bungelen op de kruin van moeder wanneer zij, zoals nu, aan de eettafel zit.[3]
       Een deel van het winkeloppervlak van het concern bestaat uit interieurs van nagebouwde huisjes, en ingeklemd tussen een overvolle badkamer en een tot aan het plafond toe volgestouwde slaapkamer bevond zich een smalle wasruimte met daarin een wasmachine en een droger ordelijk zij aan zij. Aan de muur hing een in te klappen droogrek, de strijkplank was opgeborgen tegen de muur, de strijkbout hing aan een speciale houder, wasmiddelen waren weggestopt in een apart kastje. Onder een brede vouwplank stonden drie manden voor witte, bonte en fijne was.[4]
    2. (huishouden) gebruikt om gewassen vaat in te zetten zodat het kan drogen
       Een ander project gaat om afwasrekjes. „Ik vind afwassen niet leuk, maar wel als ik er iets van kan bouwen.” Hij maakt dan een constructie van de schone vaat in het droogrek.[5]
       Als Nederlanders gaan afwassen, gaan ze meteen afwassen, afdrogen en alles in de kast zetten. In Portugal laat je dingen gewoon op het droogrek hangen.[6]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Nelleke Koops
    “Als er één hennepoogst was, waren er vast meer” (16 juni 2016) op nrc.nl
  2.   Weblink bron
    Wouter Klootwijk
    “Verse vermicellimachine” (9 december 2011) op nrc.nl
  3.   Weblink bron
    Ingmar Vriesema
    “Sinterklaas sloeg deze jongen over, want er is thuis geen geld voor” (8 december 2017) op nrc.nl
  4.   Weblink bron
    Annemiek Leclaire
    “Wat de was vermag” (1 juni 2013) op nrc.nl
  5.   Weblink bron
    Dirk Limburg
    “Landelijke, romantische observaties” (2 augustus 2013) op nrc.nl
  6.   Weblink bron
    Teo Cabral
    “Afwassen” (23 maart 2000) op nrc.nl
  7.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be