afdruiprek
- Geluid: afdruiprek (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑvdrœyprɛk / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈɑfdrœʏpˌrɛk/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɑfdrœːpˌrɛk/
- af·druip·rek
- samenstelling van afdruip ww en rek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afdruiprek | afdruiprekken |
verkleinwoord | afdruiprekje | afdruiprekjes |
het afdruiprek o
- een open raamwerk waarin pasgewassen vaatwerk gezet wordt om het aanhangende vocht af te laten vloeien
- Haal de borden even uit het afdruiprek, ze zijn nu wel droog.
1. een open raamwerk waarin pasgewassen vaatwerk gezet wordt om het aanhangende vocht af te laten vloeien
- Het woord afdruiprek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afdruiprek" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be