driehoeksmossel
- drie·hoeks·mos·sel
- samenstelling van driehoek en mossel met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | driehoeksmossel | driehoeksmosselen driehoeksmossels |
verkleinwoord | driehoeksmosseltje | driehoeksmosseltjes |
- (tweekleppigen) kleine tweekleppige zoetwaterschelp, oorspronkelijk uit het bekken van de Kaspische Zee, Dreissena polymorpha
- Vooral in Amerika is de driehoeksmossel berucht om de schade die hij er doet aan de inheemse fauna.
1. kleine tweekleppige zoetwaterschelp, oorspronkelijk uit het bekken van de Kaspische ...
- Het woord 'driehoeksmossel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.