• drie·hoeks·mos·sel
enkelvoud meervoud
naamwoord driehoeksmossel driehoeksmosselen
driehoeksmossels
verkleinwoord driehoeksmosseltje driehoeksmosseltjes

de driehoeksmosselv / m

  1. (tweekleppigen) kleine tweekleppige zoetwaterschelp, oorspronkelijk uit het bekken van de Kaspische Zee, Dreissena polymorpha  
    • Vooral in Amerika is de driehoeksmossel berucht om de schade die hij er doet aan de inheemse fauna.