doorzagen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van doorzagen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | doorzagen | door te zagen | ||||||||
toekomend | zullen doorzagen door zullen zagen |
te zullen doorzagen door te zullen zagen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben doorgezaagd | te hebben doorgezaagd | ||||||||
toekomend | doorgezaagd zullen hebben | doorgezaagd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
doorzagend | doorgezaagd | ev. zaag door |
mv. verouderd zaagt door |
zage door (bijzin) doorzage | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | zaag door | zaagt door | zaagt door | zaagt door | zaagt door | zagen door | zagen door | zagen door | |||
verleden (o.v.t.) | zaagde door | zaagde door | zaagde door | zaagdet door | zaagde door | zaagden door | zaagden door | zaagden door | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal doorzagen | zult/zal doorzagen | zult/zal doorzagen | zult doorzagen | zal doorzagen | zullen doorzagen | zullen doorzagen | zullen doorzagen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou doorzagen | zou doorzagen | zou(dt) doorzagen | zoudt doorzagen | zou doorzagen | zouden doorzagen | zouden doorzagen | zouden doorzagen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | doorzaag | doorzaagt | doorzaagt | doorzaagt | doorzaagt | doorzagen | doorzagen | doorzagen | |||
verleden (o.v.t.) | doorzaagde | doorzaagde | doorzaagde | doorzaagdet | doorzaagde | doorzaagden | doorzaagden | doorzaagden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal doorzagen door zal zagen |
zult/zal doorzagen door zult/zal zagen |
zult/zal doorzagen door zult/zal zagen |
zult doorzagen door zult zagen |
zal doorzagen door zal zagen |
zullen doorzagen door zullen zagen |
zullen doorzagen door zullen zagen |
zullen doorzagen door zullen zagen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou doorzagen door zou zagen |
zou doorzagen door zou zagen |
zou(dt) doorzagen door zou(dt) zagen |
zoudt doorzagen door zoudt zagen |
zou doorzagen door zou zagen |
zouden doorzagen door zouden zagen |
zouden doorzagen door zouden zagen |
zouden doorzagen door zouden zagen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb doorgezaagd | hebt doorgezaagd | hebt/heeft doorgezaagd | hebt doorgezaagd | heeft doorgezaagd | hebben doorgezaagd | hebben doorgezaagd | hebben doorgezaagd | |||
verleden (v.v.t.) | had doorgezaagd | had doorgezaagd | had doorgezaagd | hadt doorgezaagd | had doorgezaagd | hadden doorgezaagd | hadden doorgezaagd | hadden doorgezaagd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal doorgezaagd hebben | zal/zult doorgezaagd hebben | zult/zal doorgezaagd hebben | zult doorgezaagd hebben | zal doorgezaagd hebben | zullen doorgezaagd hebben | zullen doorgezaagd hebben | zullen doorgezaagd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou doorgezaagd hebben | zou doorgezaagd hebben | zou/zoudt doorgezaagd hebben | zoudt doorgezaagd hebben | zou doorgezaagd hebben | zouden doorgezaagd hebben | zouden doorgezaagd hebben | zouden doorgezaagd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm doorgezaagd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt doorgezaagd | er is doorgezaagd | |||||||||
verleden | er werd doorgezaagd | er was doorgezaagd | |||||||||
toekomend | er zal doorgezaagd worden | er zal doorgezaagd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou doorgezaagd worden | er zou doorgezaagd zijn | |||||||||
lijdende vorm doorgezaagd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | doorgezaagd worden | doorgezaagd te worden | ||||||||
toekomend | doorgezaagd zullen worden | doorgezaagd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | doorgezaagd zijn | doorgezaagd te zijn | ||||||||
toekomend | doorgezaagd zullen zijn | doorgezaagd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word doorgezaagd | wordt doorgezaagd | wordt doorgezaagd | wordt doorgezaagd | wordt doorgezaagd | worden doorgezaagd | worden doorgezaagd | worden doorgezaagd | |||
verleden (o.v.t.) | werd doorgezaagd | werd doorgezaagd | werd doorgezaagd | werdt doorgezaagd | werd doorgezaagd | werden doorgezaagd | werden doorgezaagd | werden doorgezaagd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal doorgezaagd worden | zult doorgezaagd worden | zult doorgezaagd worden | zult doorgezaagd worden | zal doorgezaagd worden | zullen doorgezaagd worden | zullen doorgezaagd worden | zullen doorgezaagd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou doorgezaagd worden | zou doorgezaagd worden | zou/zoudt doorgezaagd worden | zoudt doorgezaagd worden | zou doorgezaagd worden | zouden doorgezaagd worden | zouden doorgezaagd worden | zouden doorgezaagd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben doorgezaagd | bent doorgezaagd | bent/is doorgezaagd | zijt doorgezaagd | is doorgezaagd | zijn doorgezaagd | zijn doorgezaagd | zijn doorgezaagd | |||
verleden (v.v.t.) | was doorgezaagd | was doorgezaagd | was doorgezaagd | waart doorgezaagd | was doorgezaagd | waren doorgezaagd | waren doorgezaagd | waren doorgezaagd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal doorgezaagd zijn | zult doorgezaagd zijn | zult doorgezaagd zijn | zult doorgezaagd zijn | zal doorgezaagd zijn | zullen doorgezaagd zijn | zullen doorgezaagd zijn | zullen doorgezaagd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou doorgezaagd zijn | zou doorgezaagd zijn | zou/zoudt doorgezaagd zijn | zoudt doorgezaagd zijn | zou doorgezaagd zijn | zouden doorgezaagd zijn | zouden doorgezaagd zijn | zouden doorgezaagd zijn |