Nederlands

 
[1] Een Engelse vrouw werkt als doodgraver tijdens de Eerste Wereldoorlog.
 
[2] doodgraver
(Nicrophorus germanicus)
Uitspraak
Woordafbreking
  • dood·gra·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doodgraver doodgravers
verkleinwoord doodgravertje doodgravertjes

Zelfstandig naamwoord

de doodgraverm

  1. (beroep) persoon die een graf graaft
    • De doodgraver had een veel hoger tractement dan de koster, namelijk 312 gulden per jaar.[1] 
  2. (kevers) Nicrophorus   kever uit een geslacht van kevers uit de familie aaskevers. Soorten uit dit geslacht hebben een voor insecten uitzonderlijke vorm van broedzorg
    • De doodgraver legt haar eieren in dode dieren. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

  1. Peter Bitter, L. Noordegraaf, De Sint Laurens in de steigers: bouwen, beheren en restaureren van de Alkmaarse Grote Kerk, 2002
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be