docházet
- IPA: /dɔxaːzɛt/
- do·chá·zet
docházet imperfectief
- (lopens) aankomen; een bestemming bereiken
- opraken; door gebruik uitgeput raken van voorraden
- gebeuren, plaatsvinden, plaatshebben
- zich realiseren; bewust worden van een bepaald feit
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
eerste persoon | docházím | docházíme | |
tweede persoon | informeel | docházíš | docházíte |
formeel | docházíte | ||
derde persoon | dochází | dochází / docházejí |
- Oude schrijfwijze: docházeti imperfectief