• disis
enkelvoud meervoud
naamwoord disis disissen
verkleinwoord disisje disisjes

de disisv / m

  1. (muziek) een tweemaal met een halve toon verhoogde toon "d"
    • De toon “disis” klinkt in de getempereerde stemming gelijk aan de tonen “e”en “fes”.