Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bisis
enkelvoud meervoud
naamwoord bisis bisissen
verkleinwoord bisisje bisisjes

Zelfstandig naamwoord

de bisisv / m

  1. (muziek) een tweemaal met een halve toon verhoogde toon "b”
    • De toon “bisis” klinkt in de getempereerde stemming gelijk aan de tonen “cis” en “des”. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie