dampkap
- damp·kap
- samenstelling van damp en kap
- industriële toepassing geattesteerd sinds 1934, (zie onder); huishoudelijk sinds 1965.[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dampkap | dampkappen |
verkleinwoord | dampkapje | dampkapjes |
- industrieel apparaat voor het afzuigen van schadelijke dampen
- ▸ De oven is afgedekt met een plaatijzeren dampkap, waarin een rechthoekig gat gemaakt is, dat door een dubbele ijzeren deur afgesloten kan worden.[2]
- huishoudelijk apparaat in de keuken dat de kookluchtjes moet afvoeren
- Zet de dampkap even aan!
- ▸ De dampkap verwijdert geruisloos geuren en dampen. Zo kun je genieten van je gezelschap en conversatie, zonder afleiding of onderbreking.[3]
2. huishoudelijk apparaat in de keuken dat de kookluchtjes moet afvoeren
- Het woord dampkap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dampkap" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Van Ginkel keukens”
- ↑ Weblink bron Brandsma, Wieb. Frans“Het harden van staal” (1934)
- ↑ Weblink bron “Zanussi” (2022)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be