• døy·ve
  • Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord deyfa.
vervoeging
onbepaalde wijs døyve døyve
tegenwoordige tijd døyver døyver
verleden tijd døyva
døyvet
døyvde
voltooid
deelwoord
døyva
døyvet
døyvd
onvoltooid
deelwoord
døyvende døyvende
lijdende vorm døyves døyves
gebiedende wijs døyv døyv
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak Klasse 3 zwak
opmerking optioneel optioneel

døyve

  1. overgankelijk lenigen, stillen, verlichten, verzachten
  2. overgankelijk dempen, geruststellen, kalmeren



  • døy·ve
  • Afkomstig van het Oudnoorse werkwoord deyfa.
vervoeging
onbepaalde wijs døyve
døyva
tegenwoordige tijd døyver
verleden tijd døyvde
voltooid
deelwoord
døyvd
døyvt
onvoltooid
deelwoord
døyvande
lijdende vorm døyvast
gebiedende wijs døyv
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

døyve

  1. overgankelijk dempen, lenigen, stillen, verlichten, verzachten
  2. overgankelijk, (medisch) afbramen, afstompen, dempen, verdoven, ontbramen
  3. overgankelijk geruststellen, kalmeren
  4. overgankelijk ontharden, week maken