verdoven
- ver·do·ven
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verdoven |
verdoofde |
verdoofd |
zwak -d | volledig |
verdoven
- overgankelijk (medisch) de pijnprikkel onderdrukken, bijvoorbeeld door het toedienen van een medicijn
- Hij verdoofde de huid plaatselijk voordat hij aan de kleine ingreep begon.
- ▸ Als toetje nam ik twee ibuprofen-pillen om de pijn in mijn voeten te verdoven en ik kroop met vermoeide benen in mijn slaapzak.[1]
1. de pijnprikkel onderdrukken, bijvoorbeeld door het toedienen van een medicijn
- Het woord verdoven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verdoven" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be