verlichten
- Geluid: verlichten (hulp, bestand)
- ver·lich·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verlichten |
verlichtte |
verlicht |
zwak -t | volledig |
verlichten
- overgankelijk van licht voorzien
- De lantaarnpaal ernaast verlichtte de auto maar gedeeltelijk.
- ▸ Door een klein raam werden we steeds fel verlicht door de bliksem.[1]
- overgankelijk minder zwaar maken
- De afgeworpen ballast verlichtte de ballon voldoende om boven de berg uit te stijgen.
- overgankelijk minder moeilijk maken
- Het nieuwe gereedschap verlichtte de taak aanzienlijk.
1. van licht voorzien
2. minder zwaar maken
3. minder moeilijk maken
- Het woord verlichten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verlichten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be