alumbrar
- a·lum·brar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
alumbrar |
alumbraba |
alumbrado |
volledig |
alumbrar
- onovergankelijk licht geven
- bevallen, een kind krijgen
- overgankelijk verlichten,belichten
- bijlichten
- aanboren (water, olie enz.)
- bevallen van
- alumbrar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española