verzachten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verzachten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·zach·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verzachten |
verzachtte |
verzacht |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
verzachten
- overgankelijk minder vervelend, zwaar of pijnlijk maken
- ▸ Het was een ludieke manier om de lange kilometers van de dag te verzachten.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen
1. minder erg maken
Gangbaarheid
- Het woord verzachten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "verzachten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be