soften
- sof·ten
- uit het Engels
soften
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
soften |
softte |
gesoft |
zwak -t | volledig |
- (dans) heel dicht bij elkaar dansen; heel intiem dansen
- (fotografie) waziger maken
- [1] schuifelen, slijpen
- [2] verwazen, doezelen, verpoetsen
- Het woord 'soften' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "soften" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to soften |
he/she/it | softens |
verleden tijd | softened |
voltooid deelwoord |
softened |
onvoltooid deelwoord |
softening |
gebiedende wijs | soften |
soften
- overgankelijk verzachten, zachter maken