verzachtte
- Geluid: verzachtte (hulp, bestand)
- ver·zacht·te
vervoeging van |
---|
verzachten |
verzachtte
- enkelvoud verleden tijd van verzachten
- Ik verzachtte.
- Jij verzachtte.
- Hij, zij, het verzachtte.
- Ik verzachtte.
- Het woord verzachtte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.