• com·pli·ca·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord complicatie complicaties
verkleinwoord

de complicatiev [3]

  1. (medisch) bijkomende ziekte (verergering)
    • Het krijgen van hart- en vaatziekten is een bekende complicatie van suikerziekte. 
  2. verwikkeling, ongunstige samenloop
    • Zembla onderzoekt in de uitzending van deze week calamiteiten in Nederlandse ziekenhuizen. Tijdens operaties kan van alles misgaan. Soms is dat te voorzien, een gevolg van de complexiteit van de operatie. Dat noemt men een complicatie. Soms is er sprake van een onvoorzien incident. Wanneer zo’n incident blijvend letsel of de dood van de patiënt tot gevolg heeft, noemt men dat een calamiteit. Hoe zwaar is de druk op de medisch specialisten?[4] 
     Hij was niet de enige: meer dan 65 procent van de hikers maakt de PCT niet helemaal af, voornamelijk vanwege blessures zoals ontstoken blaren, scheenbeenvliesontsteking, botbreuken, overbelasting en oververmoeidheid. Ook complicaties thuis zorgen ervoor dat een aantal mensen helaas moet stoppen.[5]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[6]