compileren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van compileren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | compileren | te compileren | ||||||||
toekomend | zullen compileren | te zullen compileren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gecompileerd | te hebben gecompileerd | ||||||||
toekomend | gecompileerd zullen hebben | gecompileerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
compilerend | gecompileerd | ev. compileer |
mv. verouderd compileert |
compilere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | compileer | compileert | compileert | compileert | compileert | compileren | compileren | compileren | |||
verleden (o.v.t.) | compileerde | compileerde | compileerde | compileerde | compileerde | compileerden | compileerden | compileerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal compileren | zult/zal compileren | zult/zal compileren | zult compileren | zal compileren | zullen compileren | zullen compileren | zullen compileren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou compileren | zou compileren | zou(dt) compileren | zoudt compileren | zou compileren | zouden compileren | zouden compileren | zouden compileren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gecompileerd | hebt gecompileerd | hebt/heeft gecompileerd | hebt gecompileerd | heeft gecompileerd | hebben gecompileerd | hebben gecompileerd | hebben gecompileerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gecompileerd | had gecompileerd | had gecompileerd | hadt gecompileerd | had gecompileerd | hadden gecompileerd | hadden gecompileerd | hadden gecompileerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gecompileerd hebben | zal/zult gecompileerd hebben | zult/zal gecompileerd hebben | zult gecompileerd hebben | zal gecompileerd hebben | zullen gecompileerd hebben | zullen gecompileerd hebben | zullen gecompileerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gecompileerd hebben | zou gecompileerd hebben | zou/zoudt gecompileerd hebben | zoudt gecompileerd hebben | zou gecompileerd hebben | zouden gecompileerd hebben | zouden gecompileerd hebben | zouden gecompileerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gecompileerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gecompileerd | er is gecompileerd | |||||||||
verleden | er werd gecompileerd | er was gecompileerd | |||||||||
toekomend | er zal gecompileerd worden | er zal gecompileerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gecompileerd worden | er zou gecompileerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gecompileerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gecompileerd worden | gecompileerd te worden | ||||||||
toekomend | gecompileerd zullen worden | gecompileerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gecompileerd zijn | gecompileerd te zijn | ||||||||
toekomend | gecompileerd zullen zijn | gecompileerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gecompileerd | wordt gecompileerd | wordt gecompileerd | wordt gecompileerd | wordt gecompileerd | worden gecompileerd | worden gecompileerd | worden gecompileerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gecompileerd | werd gecompileerd | werd gecompileerd | werdt gecompileerd | werd gecompileerd | werden gecompileerd | werden gecompileerd | werden gecompileerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gecompileerd worden | zult gecompileerd worden | zult gecompileerd worden | zult gecompileerd worden | zal gecompileerd worden | zullen gecompileerd worden | zullen gecompileerd worden | zullen gecompileerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gecompileerd worden | zou gecompileerd worden | zou/zoudt gecompileerd worden | zoudt gecompileerd worden | zou gecompileerd worden | zouden gecompileerd worden | zouden gecompileerd worden | zouden gecompileerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gecompileerd | bent gecompileerd | bent/is gecompileerd | zijt gecompileerd | is gecompileerd | zijn gecompileerd | zijn gecompileerd | zijn gecompileerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gecompileerd | was gecompileerd | was gecompileerd | waart gecompileerd | was gecompileerd | waren gecompileerd | waren gecompileerd | waren gecompileerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gecompileerd zijn | zult gecompileerd zijn | zult gecompileerd zijn | zult gecompileerd zijn | zal gecompileerd zijn | zullen gecompileerd zijn | zullen gecompileerd zijn | zullen gecompileerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gecompileerd zijn | zou gecompileerd zijn | zou/zoudt gecompileerd zijn | zoudt gecompileerd zijn | zou gecompileerd zijn | zouden gecompileerd zijn | zouden gecompileerd zijn | zouden gecompileerd zijn |