• Startpagina
  • Willekeurig
  • Aanmelden
  • Instellingen
  • Financieel bijdragen
  • Over WikiWoordenboek
  • Voorbehoud

citrus

  • Taal
  • Volgen
  • Bewerken

Inhoud

  • 1 Nederlands
    • 1.1 Uitspraak
    • 1.2 Woordafbreking
    • 1.3 Woordherkomst en -opbouw
    • 1.4 Zelfstandig naamwoord
      • 1.4.1 Afgeleide begrippen
      • 1.4.2 Verwante begrippen
    • 1.5 Gangbaarheid
    • 1.6 Meer informatie
    • 1.7 Verwijzingen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  citrus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ci·trus
Woordherkomst en -opbouw
  • Uit het Latijn citrus "sandarakboom, Thuja articulata  ". [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord citrus -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

citrus [2]

  1. (plantkunde) Citrus   geslacht van planten die citrusvruchten dragen
Afgeleide begrippen
  • citrusfruit, citrusvrucht
Verwante begrippen
  • citroen, grapefruit, mandarijn, pompelmoes, sinaasappel

Gangbaarheid

  • Het woord citrus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
  • In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "citrus" herkend door:
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

  • Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

  1. ↑ citrus op website: Etymologiebank.nl
  2. ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. ↑   Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=citrus&oldid=4284575"
Laatst bewerkt op 4 okt 2020, om 00:02

De inhoud is beschikbaar onder de CC BY-SA 3.0 tenzij anders aangegeven.
  • Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 4 okt 2020 om 00:02.
  • De tekst is beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding-Gelijk delen. Er kunnen aanvullende voorwaarden van toepassing zijn. Zie de Gebruiksvoorwaarden voor meer informatie.
  • Privacybeleid
  • Over WikiWoordenboek
  • Voorbehoud
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Desktopweergave
  • Ontwikkelaars
  • Statistieken
  • Cookiesverklaring