citruspers
  • ci·trus·pers
enkelvoud meervoud
naamwoord citruspers citruspersen
verkleinwoord

de citruspersv / m

  1. (huishouden) apparaat voor het elektrisch dan wel handmatig uitpersen van het sap uit citrusvruchten, zoals sinaasappel, citroen en grapefruit
    • Het kon niet anders: het tweede Muizenhuis van Karina Schaapman is weer een lust voor het oog. Net als bij het eerste boek, dat een internationale megahit werd, sta je versteld van wat Schaapman allemaal fröbelde: kroonluchters, een citruspers, goedgevulde boekenkasten, een complete gereedschapswand. De muizen op de fotoprenten zijn niet groter dan een handpalm, hun huisraad varieert van formaat bierdopje (waarvan Schaapman een bakvorm maakte) tot formaat halve vingernagel - in die categorie vallen de ontstellend knappe reageerbuisjes en erlenmeyers.[1] 
    • Het bleef niet bij opwindradio's alleen, er is een hele markt aangeboord voor apparaten die zonder stroom of batterijen functioneren. Greenpeace verkoopt de Sherpa zaklamp (49,95 euro, 30 seconden opwinden voor 8 minuten licht), er zijn opwindopladers voor mobiele telefoons en Museum Boijmans Van Beuningen kocht het prototype van een keukenmachine aan van ontwerper Dick van Hoff, die tevens een citruspers, blender en mixer ontwierp. Ze werken via zwengel of koordje met vliegwiel. Van Hoff: "We worden steeds kwetsbaarder en afhankelijker van apparaten met stekkers. Dat werd laatst nog duidelijk bij die stroomstoring in Italië."[2] 
  1. NRC Thomas de Veen 21 september 2012
  2. NRC Lex Veldhoen 19 februari 2004