cholesterol
- Geluid: cholesterol (hulp, bestand)
- cho·les·te·rol
- In de betekenis van ‘vetachtige stof’ voor het eerst aangetroffen in 1941 [1]
- afgeleid van sterol met het voorvoegsel chol- met het invoegsel -e- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cholesterol | - |
verkleinwoord |
de cholesterol m
- (biochemie) vet dat in je lichaamscellen zit, zoals galvet, lichaamsvet
- - "Meer van het goede cholesterol is niet altijd beter" [3]
- - Daar komt bij dat het lichaam van ouderen biologisch anders werkt. „Zo zijn hoge bloeddruk, hoge cholesterol of een traag werkende schildklier op oudere leeftijd helemaal niet zo nadelig. Maar het verouderingsproces zorgt wel voor slijtage, slapte en andere kwalen.[4]
- cholesterolarm, cholesterolgehalte, cholesterolpomp, cholesterolsynthese, cholesteroltest, cholesterolverhogend, cholesterolverlagend, cholesterolverlager
1. vet dat in je lichaamscellen zit, zoals galvet, lichaamsvet
- Het woord cholesterol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cholesterol" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "cholesterol" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ cholesterol op website: Etymologiebank.nl
- ↑ www.nu.nl
- ↑ Michiel Dekker NRC 2 juni 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
cholesterol | cholesterols |
cholesterol