chape
- cha·pe
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chape | chapes |
verkleinwoord |
de chape v
- (Belgisch Nederlands) (bouwkunde) zandcementvloer
- Het woord chape staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "chape" herkend door:
19 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- chape
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
chape | la chape | chapes | les chapes |
chape v
- (kleding) mouwloze, lange mantel, cape
- (bouwkunde) zandcementvloer
- (heraldiek) (figuurlijk) een rechthoekig vlak bestaande uit een bovendriehoek en een benedendriehoek
- (techniek) de bekleding van een katrol
- (leerbewerking) uiteinde van de riemgesp
- (verpakking e.d.) metalen sluithuls
- buitenste schil (of onderdeel) van een autoband, mal (e.d.)
- ↑ chape (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994) op de website cnrtl.fr .