brommerig
- brom·me·rig
- Naamwoord van handeling van brommen met het achtervoegsel -erig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | brommerig | brommeriger | brommerigst |
verbogen | brommerige | brommerigere | brommerigste |
partitief | brommerigs | brommerigers | - |
brommerig [1]
- een beetje boos
- Wie aan Knorr denkt, legt direct de combinatie met het geluid dat een varken maakt. Hoe men voor knorrig ook brommerig en chagrijnig is gaan invullen is me overigens een raadsel. Het knorren is immers doorgaans een tevreden geluid dat het varken maakt wanneer het vreet en een baggerbad neemt, terwijl het in een situatie van pijn en honger schreeuwt, zodat we ook wel zeggen dat iemand schreeuwt als een mager varken. [2]
- Een soort Olivier B. Bommel. Een heer van stand, ietwat zwaarlijvig. Met een flinke dosis humor, een beetje vergeetachtig en soms een beetje brommerig. Bourgondisch, toegankelijk, menselijk, meelevend en buitengewoon onkreukbaar.” [3]
- Het woord brommerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brommerig" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad ds. M. van Kooten 06-10-2016Een opgeruimd lied van Christian Knorr
- ↑ Tubantia 27-06-14 Warm afscheid burgemeester Hein Bloemen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be