• vol·daan
  • In de betekenis van ‘tevreden’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
  • vervoeging van voldoen: voltooid deelwoord [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen voldaan voldaner voldaanst
verbogen voldane voldanere voldaanste
partitief voldaans voldaners -

voldaan

  1. niet langer geplaagd door gevoelens van behoefte of verlangen
    • Na die heerlijke maaltijd had hij een voldaan gevoel. 
  • moe maar voldaan
vermoeid door grote inspanning maar ook tevreden met het bereikte resultaat
•  Ik had al 12 dagen niet gedoucht en kwam moe maar voldaan aan in de stad South Lake Tahoe om eindelijk weer eens uit te rusten. [3] 
vervoeging van: voldoen…
verbogen vorm: voldaane

voldaan

  1. voltooid deelwoord van voldoen
     Daarmee vond hij dat hij aan zijn plicht had voldaan en hij wrong zich door het gedrang om terug te keren naar het wachtende bureau thuis.[4]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]