boycotten/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van boycotten
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		boycotten			te boycotten
	toekomend		zullen boycotten			te zullen boycotten
voltooid	tegenwoordig		hebben geboycot			te hebben geboycot
	toekomend		geboycot zullen hebben			geboycot te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	boycottend		geboycot			ev. boycot	mv. verouderd boycot	boycotte
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	boycot	boycot	boycot	boycot	boycot	boycotten	boycotten	boycotten
verleden (o.v.t.)	boycotte	boycotte	boycotte	boycotte	boycotte	boycotten	boycotten	boycotten
toekomend (o.t.t.t.)	zal boycotten	zult/zal boycotten	zult/zal boycotten	zult boycotten	zal boycotten	zullen boycotten	zullen boycotten	zullen boycotten
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou boycotten	zou boycotten	zou(dt) boycotten	zoudt boycotten	zou boycotten	zouden boycotten	zouden boycotten	zouden boycotten
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb geboycot	hebt geboycot	hebt/heeft geboycot	hebt geboycot	heeft geboycot	hebben geboycot	hebben geboycot	hebben geboycot
verleden (v.v.t.)	had geboycot	had geboycot	had geboycot	hadt geboycot	had geboycot	hadden geboycot	hadden geboycot	hadden geboycot
toekomend (v.t.t.t.)	zal geboycot hebben	zal/zult geboycot hebben	zult/zal geboycot hebben	zult geboycot hebben	zal geboycot hebben	zullen geboycot hebben	zullen geboycot hebben	zullen geboycot hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geboycot hebben	zou geboycot hebben	zou/zoudt geboycot hebben	zoudt geboycot hebben	zou geboycot hebben	zouden geboycot hebben	zouden geboycot hebben	zouden geboycot hebben
onpersoonlijke lijdende vorm geboycot worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt geboycot				er is geboycot
verleden	er werd geboycot				er was geboycot
toekomend	er zal geboycot worden				er zal geboycot zijn
voorwaardelijk	er zou geboycot worden				er zou geboycot zijn
lijdende vorm geboycot worden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		geboycot worden			geboycot te worden
	toekomend		geboycot zullen worden			geboycot te zullen worden
voltooid	tegenwoordig		geboycot zijn			geboycot te zijn
	toekomend		geboycot zullen zijn			geboycot te zullen zijn
	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (o.t.t.)	word geboycot	wordt geboycot	wordt geboycot	wordt geboycot	wordt geboycot	worden geboycot	worden geboycot	worden geboycot
verleden (o.v.t.)	werd geboycot	werd geboycot	werd geboycot	werdt geboycot	werd geboycot	werden geboycot	werden geboycot	werden geboycot
toekomend (o.t.t.t.)	zal geboycot worden	zult geboycot worden	zult geboycot worden	zult geboycot worden	zal geboycot worden	zullen geboycot worden	zullen geboycot worden	zullen geboycot worden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou geboycot worden	zou geboycot worden	zou/zoudt geboycot worden	zoudt geboycot worden	zou geboycot worden	zouden geboycot worden	zouden geboycot worden	zouden geboycot worden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	ben geboycot	bent geboycot	bent/is geboycot	zijt geboycot	is geboycot	zijn geboycot	zijn geboycot	zijn geboycot
verleden (v.v.t.)	was geboycot	was geboycot	was geboycot	waart geboycot	was geboycot	waren geboycot	waren geboycot	waren geboycot
toekomend (v.t.t.t.)	zal geboycot zijn	zult geboycot zijn	zult geboycot zijn	zult geboycot zijn	zal geboycot zijn	zullen geboycot zijn	zullen geboycot zijn	zullen geboycot zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou geboycot zijn	zou geboycot zijn	zou/zoudt geboycot zijn	zoudt geboycot zijn	zou geboycot zijn	zouden geboycot zijn	zouden geboycot zijn	zouden geboycot zijn