boomkangoeroe
- Geluid: boomkangoeroe (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbomkɑŋɣəˌru / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbom.kɑn.χə.ru/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.kɑn.ɣə.ru/
- boom·kan·goe·roe
- samenstelling van boom zn en kangoeroe zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomkangoeroe | boomkangoeroes |
verkleinwoord | boomkangoeroetje | boomkangoeroetjes |
de boomkangoeroe m
- (buideldieren) een dier uit het geslacht der boomkangoeroes (Dendrolagus)
- Heb je in Nieuw-Guinea ook een boomkangoeroe gezien?
- bennettboomkangoeroe, bruine boomkangoeroe, doriaboomkangoeroe, goodfellowboomkangoeroe, goudmantelboomkangoeroe, grijze boomkangoeroe, lumholtzboomkangoeroe, matschieboomkangoeroe
1. een dier uit het geslacht der boomkangoeroes
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord boomkangoeroe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.