lumholtzboomkangoeroe
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- lum·holtz·boom·kan·goe·roe
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Lumholtz en en boomkangoeroe zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lumholtzboomkangoeroe | lumholtzboomkangoeroes |
verkleinwoord | lumholtzboomkangoeroetje | lumholtzboomkangoeroetjes |
Zelfstandig naamwoord
de lumholtzboomkangoeroe m
- (buideldieren) Dendrolagus lumholtzi een klimbuideldier uit het geslacht der boomkangoeroes (Dendrolagus) dat voorkomt in het regenwoud van Noordoost-Queensland van Kirrima tot Mount Spurgeon, op meer dan 800 m hoogte. In de laaglandregenwouden tussen Innisfail en Cairns is hij uitgestorven. Deze soort is niet nauw verwant aan de andere boomkangoeroes; samen met de andere Australische soort, de Bennettboomkangoeroe (D. bennettianus) en de Nieuw-Guinese grijze boomkangoeroe (D. inustus) vormt hij een primitieve groep binnen het geslacht
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'lumholtzboomkangoeroe' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.