matschieboomkangoeroe
- (IPA in voorbereiding)
- mat·schie·boom·kan·goe·roe
- samenstelling van Matschie en en boomkangoeroe zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | matschieboomkangoeroe | matschieboomkangoeroes |
verkleinwoord | matschieboomkangoeroetje | matschieboomkangoeroetjes |
de matschieboomkangoeroe m
- (buideldieren) Dendrolagus matschiei een kangoeroe uit het geslacht der boomkangoeroes. De kangoeroe werd in 1907 door Förster & Rothschild genoemd naar de Duitse zoöloog Paul Matschie
- Het woord 'matschieboomkangoeroe' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.