Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Bondsrepubliek


  • bonds·re·pu·bliek
enkelvoud meervoud
naamwoord bondsrepubliek bondsrepublieken
verkleinwoord - -

de bondsrepubliekv

  1. (regering) federatie met een staatshoofd dat voor een aantal jaren wordt benoemd of gekozen
     Oostenrijk werd een bondsrepubliek met Wenen als één van de deelstaten.[2]
      Er is geen betoog noodig om datgene aan te toonen wat het enkel opnoemen dezer stellingen bewijst; dat, namelijk, zulk een gouvernement als hier wordt omschreven, geenen enkelen zweem heeft van eene bondsrepubliek.[3]
  • federale republiek (meer gangbare term om verwarring met "Bondsrepubliek" (Duitsland) te vermijden)
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Geschiedenis” (7 december 2020) op knack.be
  3.   Weblink bron Nieuwstijdingen. in: Algemeen Handelsblad  , jrg. 395 (5 februari 1833), P. den Hengst en zoon, Amsterdam, p. 1 kol. 1