Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fe·de·ra·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord federatie federaties
verkleinwoord federatietje federatietjes

Zelfstandig naamwoord

de federatiev

  1. (politiek) een verbond van samenwerkende staten of lichamen die hun zelfstandigheid behouden
    • Een federatie van 11 staten. 
  2. (juridisch) een vereniging van rechtspersonen
    • Een federatie van autonome verenigingen. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen