federatievoorzitter
- fe·de·ra·tie·voor·zit·ter
- samenstelling van federatie zn en voorzitter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | federatievoorzitter | federatievoorzitters |
verkleinwoord |
de federatievoorzitter m
- de leider van het bestuur van een samenwerking tussen verschillende organisaties
- ▸ De beroepsverenigingen zien weinig in het voornemen van het kabinet om dit jaar nog alle uitgestelde zorg weer in te halen. Buurman: "Dat voornemen is onrealistisch. Een zorgverlener moet eerst herstellen." Federatievoorzitter Peter Paul van Benthem is het daarmee eens: "Het is belangrijk dat zorgprofessionals weer voldoening kunnen halen uit hun prachtige vak. Je zult zien, dan kunnen ze weer bergen zorg aan."[1]
- ▸ "Wij vragen de politiek: doe het maximale wat nodig is", zegt kno-arts en federatievoorzitter Peter Paul van Benthem. "Wij willen onze dokters en alle zorgverleners veilig houden, ook in de thuissituatie."[2]
- Het woord federatievoorzitter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “'Coronaperiode trekt wissel op meerderheid zorgprofessionals'” (Woensdag 9 juni 2021, 05:35), NOS
- ↑ Weblink bron “Medisch specialisten: sluit de scholen direct” (Zaterdag 14 maart 2020, 17:00), NOS