Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vak·fe·de·ra·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vakfederatie vakfederaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vakfederatiev

  1. samenwerkingsverband of vereniging van vakbonden
    • Op een aantal wegen in Frankrijk hinderen vrachtwagenchauffeurs zaterdag het verkeer in een nationale protestactie tegen een nieuwe belasting op het wegtransport, de ecotax. Een vakfederatie in de transportsector, OTRE, heeft aangekondigd dat er 3000 vrachtauto's aan meedoen en dat de acties tot in de middag duren. [2] 
    • De Britse vakfederatie TUC (Vakbonden-Congres) vreest dat er vier miljoen banen verloren gaan, als het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie stapt ('Brexit'). Owen Tudor van de afdeling Europa van de TUC voorziet vooral in de op de export gerichte industrie, zoals autofabricage en chemie, veel werkgelegenheid verdwijnen, meldde het Duitse persbureau DPA zondag. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen