bobsleeën
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bob·slee·en
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bob en sleeën
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bobsleeën |
bobsleede |
gebobsleed |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
bobsleeën o
- (sport) een sport bedrijven waarbij een bochtig ijsparcours wordt afgelegd in een bestuurbare slee
Synoniemen
Vertalingen
1. een sport waarbij een bochtig ijsparcours wordt afgelegd in een bestuurbare slee
Werkwoord
bobsleeën
- het beoefenen van de bobsleesport
Zelfstandig naamwoord
de bobsleeën mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bobslee
Gangbaarheid
- Het woord bobsleeën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bobsleeën" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be