blauwborst
- Geluid: blauwborst (hulp, bestand)
- IPA: / ˈblɑubɔrst / (2 lettergrepen)
- blauw·borst
- samenstelling van blauw bn en borst zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauwborst | blauwborsten |
verkleinwoord | blauwborstje | blauwborstjes |
de blauwborst m
- (zangvogels) bepaald soort lijsterachtige, Luscinia svecica , die bij ons plaatselijk algemeen broedt in vochtige gebieden
- blauwborstamazilia, blauwborstbijeneter, blauwborstdwergijsvogel, blauwborstelfje, blauwborsttangare, Javaanse blauwborstijsvogel, Pacifische blauwborstamazilia
- blauwborstijsvogel
1. bepaald soort lijsterachtige, Luscinia svecica
- Het woord blauwborst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.