blasé
- bla·sé
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | blasé | blaséër | blasést |
verbogen | blaséë | blaséëre | blaséste |
partitief | blasés | blaséërs | - |
blasé
- verveeld door te veel plezierigheden
- Het blasé gepraat van de verwende rijke jongeman spak boekdelen.
- ▸ De blaséë houding resulteert in blasé gedrag: je ziet wat er gebeurt en loopt door, je bemoeit je er niet mee.[2]
- ▸ Evelien knikte even blasé als gedwee.[3]
- ▸ Giphart noemt Tox niet ten onrechte een Vlaamse pendant van het Bratpack-gevoel: ‘mooie sterke rijke kindervolwassenen die voortdobberen in blaséë verveling en cynische levensmoeheid’.[4]
- Het woord blasé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blasé" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "blasé" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Richard Sennett (vert. Maarten van der Werf)“Stadsleven: Een visie op de metropool van de toekomst” (2018), Meulenhoff Boekerij , ISBN 9789402311709, hfst. IV
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Weblink bron Wie moet nu eigenlijk jaloers zijn op wie? : Het nieuwe Vlaamse proza in: Mekka. Jaarboek voor lezers., jrg. 5 (1996), Nijgh & Van Ditmar / Dedalus, Amsterdam / Antwerpen, ISBN 90 388 4914 1, p. 71
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be