verwend
- ver·wend
- vervoeging van verwennen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | verwend | verwender | verwendst |
verbogen | verwende | verwendere | verwendste |
partitief | verwends | verwenders | - |
verwend [1]
- met te grote toegeeflijkheid opgevoed, bedorven; gewend om altijd te krijgen wat men wil
- ▸ Er waren de nodige vervelende lui, die onbeschoft, arrogant of verwend waren en ik deed mijn best om ze te vermijden.[2]
vervoeging van: | verwennen… |
verbogen vorm: | verwende |
verwend
- voltooid deelwoord van verwennen
- Het woord verwend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verwend" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be