binnenplaats
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bin·nen·plaats
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van binnen en plaats
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | binnenplaats | binnenplaatsen |
verkleinwoord | binnenplaatsje | binnenplaatsjes |
Zelfstandig naamwoord
de binnenplaats v
- een open ruimte omringd door gebouwen, vaak tussen voor- en achterhuis
- In de zomer konden we uren op de binnenplaats zitten.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een open ruimte omringd door gebouwen, vaak tussen voor- en achterhuis
Gangbaarheid
- Het woord binnenplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "binnenplaats" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be