binnenhof
- bin·nen·hof
- samenstelling van binnen en hof [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | binnenhof | binnenhoven |
verkleinwoord | binnenhofje | binnenhofjes |
- een hof of tuin binnen de muren van een gebouwencomplex; kom vooral voor als (deel van een) naam
- binnenplaats, koer, patio, erf, hof, binnenplein
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord binnenhof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.